geel

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.
Voir aussi : Geel

Afrikaans[modifier le wikicode]

Étymologie[modifier le wikicode]

Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.

Adjectif [modifier le wikicode]

geel \Prononciation ?\

  1. Jaune.

Verbe [modifier le wikicode]

geel \Prononciation ?\

  1. Donner.

Prononciation[modifier le wikicode]

Néerlandais[modifier le wikicode]

Étymologie[modifier le wikicode]

Du vieux néerlandais *gelo, issu du proto-germanique *gelwaz. Voir l'allemand gelb.

Adjectif [modifier le wikicode]

Forme Positif Comparatif Superlatif
Forme indéclinée geel geler geelst
Forme déclinée gele gelere geelste  
Forme partitive geels gelers
Verschillende tinten geel.

geel \ɣe:l\

  1. (Colorimétrie) Jaune. #ffff00
    • In de Oudheid geloofde men dat geel geluk in de liefde bracht. De bruid droeg daarom een gele sluier. — (Laura Lorenzo, Het kleine kleuren lexicon, traduit de l'allemand par Piet Hein Geurink, Shors, Amsterdam, 1997, page 66. → lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
    • Hans keek bezorgd. Er stond nog maar weinig water in de beek, de bron was haast drooggevallen en iedereen op de boerderij moest zuinig doen met water. Het gras werd geel, de bloemen verwelkten en de dieren zochten zoveel mogelijk de schaduw op. — (Anneli Venmeer, Het land achter de bergen, Christofoor, 1997, page 53. → lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
    • Een jonge telegrambezorger heeft de gele auto gezien, woensdag precies om tien over acht. Hij merkte hem op, omdat de wagen met pech stond, tegenover nummer 63, waar hij juist een telegram moest afgeven. — (Georges Simenon, Maigret en zijn dode, traduit du français par Marijke Scholts, De Bezige Bij, 2015, page 76. → lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
    • Ongeziene taferelen op de Mont Ventoux. In de chaos door de massale belangstelling stond gele trui Chris Froome zelfs zonder fiets te voet. — (Marteen Delvaux, « Froome blijft dan toch in het geel nadat hij te voet naar boven moest op Mont Ventoux » sur nieuwsblad.be, le 14 juillet 2016. → lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)

Dérivés[modifier le wikicode]

Nom commun [modifier le wikicode]

Nombre Singulier Pluriel
Nom geel gelen
Diminutif geeltje geeltjes
Geel (1) speelt vaak een cruciale rol in het werk van Vincent Van Gogh.
Het geel (2) van het wit wordt gescheiden.
Morfologie van het geel (3) (beeld met een rasterelektronenmicroscoop).

geel \ɣe:l\ neutre

  1. (Colorimétrie) Jaune. #ffff00
    • In de Oudheid geloofde men dat geel geluk in de liefde bracht. De bruid droeg daarom een gele sluier. — (Laura Lorenzo, Het kleine kleuren lexicon, traduit de l'allemand par Piet Hein Geurink, Shors, Amsterdam, 1997, page 66. → lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
    • Het was een koude, heldere dag — Peruaans weer — en de zon deed het geel, het groen, het duinroosroze van de kist nog meer oplichten. — (Vonne van de Meer, De reis naar het kind, Contact, 2008, page 167. → lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
    • Dit vertrek heeft uitzicht op een soort tuin. En de muren zijn helemaal in het geel! Niet echt geel, maar donkerder. Is dit wat ze oker noemen? — (Anette Pas, ’s Nachts doe ik alsof, Prometheus, Amsterdam, 2013, page 173. → lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
  2. (Par ellipse) Jaune d’œuf.
    • De feestelijkste, maglyarakas, komt uit Hongarije, waar ze de moeite nemen om de eieren te scheiden. De gelen gaan door het vla-mengsel, de witten, stijfgeklopt met wat suiker, over de bovenkant. — (Puck Kerkhoven, «  Recept Verzot op oud brood » sur foodlog.nl, le 25 juin 2015. → lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
  3. (Microbiologie) (Parasitologie) Espèce de flagellés qui parasite certains oiseaux et dont le nom scientifique est Trichomonas gallinae.
    • Het geel werd rond 1500 voor het eerst beschreven in de valkerij, maar kwam tot 2002 niet bij wilde zangvogels voor. — (Bas Kolthof, « Knofl ookNieuw bestrijdingsmiddeltegen het Geel? » in Kleindier Magazine, mars 2019, page 55. → lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)

Synonymes[modifier le wikicode]

Antonymes[modifier le wikicode]

Hyperonymes[modifier le wikicode]

Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 100,0 % des Flamands,
  • 99,7 % des Néerlandais.

Prononciation[modifier le wikicode]

  • Pays-Bas : écouter « geel [ɣeːl] »
  • Pays-Bas (partie continentale) (Wijchen) : écouter « geel [Prononciation ?] »

Anagrammes[modifier le wikicode]

Références[modifier le wikicode]

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]