telen
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Verbe [modifier le wikicode]
telen \Prononciation ?\ transitif
- Cultiver.
Er werden naast geneeskundige steeds aromatische gewassen en vaak bloembollen en rozen geteeld. Voorbeelden daarvan zijn: Komijn voor Leidse kaas, Gezegende distel voor de likeurstokerij, soepkruiden, azijnkruiden en Lavendel voor de linnenkast.
— (Parken, tuinen en landschappen van Nederland, Moussault's Uitgeverij, Baarn, 1979, page 66. → lire en ligne)
Synonymes[modifier le wikicode]
Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 95,8 % des Flamands,
- 98,4 % des Néerlandais.
Prononciation[modifier le wikicode]
- (Région à préciser) : écouter « telen [Prononciation ?] »
Références[modifier le wikicode]
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]